Met lijn 9 naar de Spuikerk
Het was in de jaren zestig van de vorige eeuw dat wij, nog zeer jeugdig, op de zondagavonden naar de Diensten-met-Belangstellenden in de Spuikerk gingen. Deze Lutherse kerk staat aan het Spui in Amsterdam. Wij woonden toen in de Watergraafsmeer en we waren meestal met een heel clubje. Soms gingen we lopend maar we stapten ook heel graag op de tram, lijn 9. Dominee R.J. van Pagée was meestal de voorganger en Piet van Egmond bespeelde het orgel. Rechts van Piet zat ook Nettie Spies op de orgelbank. Heel soms werd Piet vervangen door de virtuoos spelende Teke Bijlsma.
Dominee van Pagée kon geweldig preken en met Piet van Egmond aan het orgel kon je er zeker van zijn dat deze diensten behoorlijk bezet waren. En wanneer je boven zat, kon je de meester zíen spelen.
Soms waren we al vroeg in de kerk en dan konden we meemaken dat Piet van Egmond de tongwerken nog aan het stemmen was. Want hij was heel secuur en alles moest goed gestemd zijn en zuiver klinken. Wanneer de dienst begon, zaten we in spanning te wachten op de eerste akkoorden. Meestal begon Piet met zachte tonen die uit de diepte kwamen om daarna naar volle, forse harmonisaties over te gaan waarvan de klanken magistraal door de kerkruimte golfden.
Na de schriftlezing van de predikant speelde Piet een zeer korte improvisatie van ongeveer een halve minuut. Maar hoe kort ook, het was altijd een mooie afgeronde compositie.
We hielden de adem in. Wat waren dat prachtige diensten en de mensen zongen uit volle borst.
Eén keer nam ik mijn moeder mee naar zo'n DmB-dienst, maar dat moest ik eigenlijk niet te vaak doen. Ze zag vanaf de gaanderij dat Piet en Nettie tijdens de preek zachtjes praatten. Daar hield mijn moeder Ietje niet van. Ze vond het wat oneerbiedig. Ik zei dat ze even moesten overleggen waarover na de preek geïmproviseerd ging worden. "Tijdens Het Woord kan er niet gepraat worden", zei mijn moeder. Het was beter geweest om beneden te gaan zitten. Vandaar kon je de speeltafel en ook Piet en Nettie niet zien. Mijn moeder genoot overigens van de heldere preken van dominee van Pagée.
Na afloop van de preek speelde Piet een improvisatie over de inhoud van het verkondigde woord. Over het ontstaan hiervan zei hij zelf eens: "Kijk, dominee Van Pagée betrekt je als organist helemaal bij de prediking. Vóór de dienst komt hij persoonlijk in het kort de inhoud van de preek vertellen. En als dominee dan praat, dan heb ik de eerste maten van de improvisatie al in mijn gehoor. Tijdens de dienst luisteren Nettie en ik aandachtig mee als er gepreekt wordt. Dan voel ik mij als het ware steeds meer betrokken bij het verkondigde woord en groeit de vorm van de improvisatie in mij naarmate het ‘Amen’ dichterbij komt. Heeft dat geklonken, dan ben ik gewoon gespannen om muzikaal te gaan verklanken wat op de kansel werd verwoord. Ook Nettie deelt in die spanning en volgt mij feilloos bij het registreren. Zó zijn we er zelfs door geraakt, dat we 's avonds nog vaak over de preek napraten en ons ook in ons geloof gesterkt voelen. Dat laatste probeer ik ook in mijn spel tot uitdrukking te brengen."
Na ongeveer een uur was de dienst afgelopen. Maar dan werden we nog getrakteerd op een improvisatie over een (meestal) bekend gezang. De mensen verlieten dan meezingend het kerkgebouw. De bewonderaars van Piet van Egmond gingen zo snel mogelijk richting de speeltafel om Piet van dichtbij te kunnen zien spelen. Maar daar had de koster een stokje, of beter gezegd een touwtje, voor gestoken. Want op ruime afstand van de speeltafel werd een dik touw overdwars bevestigd. Daar moesten we netjes achter blijven staan. We mochten er niet overheen. En dat deden we ook niet. Piet genoot zichtbaar van die belangstelling.
Ik ben Piet van Egmond en ook Feike Asma nog altijd dankbaar dat ze ons toen met hun boeiende orgelspel ‘op de orgelbank’ hebben gezet.
Tekst: Hendrik Snel, Meppel
Foto: Hans Meeboer