Herinneringen aan het AOK (1971-1974)
Omdat ik altijd al zo graag zong, gaf een vriendin me begin 1971 (ik was 23) een advertentie uit De Echo (een Amsterdamse advertentiekrant): “Amsterdams Oratorium Koor zoekt leden”. Ik meldde me aan en mocht naar de repetitie komen. Het was in de school aan de Gerrit van der Veenstraat. (Mijn moeder had daar nog als leerling op gezeten in de dertiger jaren, toen heette de straat Euterpestraat.)Ik wist niet wat me te wachten stond. Ik had nog nooit actief muziek gestudeerd, kon ook geen noten lezen. Toen Piet van Egmond me een hand gaf en mij aankeek, vielen zijn doordringende blauwe ogen me meteen op. Hij speelde wat voor en ik moest wat nazingen en mocht bijven als alt B in koor 2. Alten en sopranen waren namelijk verdeeld in A, B, C en D. A’s waren de hoogste timbres. Zo kon hij het koor bespelen als een orgel, zei hij. Dan vroeg hij bijvoorbeeld of alle D’s wilden neuriën en kreeg hij een andere klank. Het koor kwam binnen en ik kreeg een stoel aangewezen. Ik kreeg de muziek van de Matthäus-Passion. Het eerste deel van de repetitie begreep ik er niets van. Wat er werd gezongen om mij heen, klopte helemaal niet met mijn muziek. Maar ja, ik kon geen noten lezen immers. Maar in de pauze kwam ik er achter dat ik bij koor 1 zat terwijl ik in koor 2 was ingedeeld. En die muziek had ik ook gekregen. Toen ik op de goede plek zat, klopte het wel!
We hadden wel meer jonge vrouwen in het koor en in korte tijd hadden we een gezellige club. Ik ging veel om met Kunny Agter, Herma Vos, Marijke de Jong en Heleen Niks. We oefenden ook wel bij mensen thuis onze partijen. Ik herinner me repetities bij de Donsjes (moeder en dochter Van Donselaar).
Ik was snel gewend en genoot van de repetities en van de muziek. Piet van Egmond zat tijdens de repetities aan de piano en hij praatte begeesterd over de Matthäus-Passion. Ik herinner me ook dat hij soms heel lang praatte als hij een bepaald gevoel wilde overbrengen. Dan vertelde hij bijvoorbeeld over zijn jeugd. Over zijn ouders die een banketbakkerij hadden, en hoe ze alles voor hun zoon over hadden. En soms was zijn betoog weer meer op het verhaal van de Matthäus-Passion gericht. Steeds waren we onder de indruk en zongen we na zo’n verhaal veel geconcentreerder.
Ik moest ook een jurk van het koor aan: zwart met rood en een witte bef en witte mouwen los. Mijn moeder naaide goed en zij heeft de jurk voor me gemaakt. Ik heb hem nog steeds!
De eerste uitvoeringen van de Matthäus-Passion in het Concertgebouw zal ik nooit vergeten. Ik vond het geweldig! Na afloop wilde ik niet weg, het liefst had ik het werk nog een keer gezongen. We zongen hem altijd twee dagen, waarvan één keer voor lezers van De Telegraaf. Ik heb ook zelf een paar foto’s van ons groepje gemaakt op onze podiumplaatsen. Op Palmzondag gingen we het werk dan nog een keer uitvoeren in Aardenburg in Zeeuws Vlaanderen. Heel vroeg weg met de bus. Met de pont, want er waren nog geen tunnels. (Ik heb nog een kaartje uit 1971 in mijn plakboek.) Dan repeteren. We aten tussen de middag bij verschillende mensen uit het dorp. Ik mocht op de hoek vlakbij de kerk bij de familie Van Daalen eten. Ze woonden in Marktstraat 3 boven hun manufacturenwinkel.
We zongen de Matthäus-Passion daar zonder coupures en met mooi weer was de pauze op het gras bij de kerk. Alles bij elkaar duurde dat wel 4 uur. Dan terug met z’n allen in de bussen. Een heel eind rijden was het wel, we waren laat maar voldaan thuis. Dat heb ik drie jaar gedaan: van 1971 t/m 1973. In 1973 kregen we allemaal een tegeltje in Aardenburg omdat we als AOK een jubileum hadden (20 jaar Matthäus-Passion in Aardenburg). Ik heb het nog steeds.
In die jaren zongen we natuurlijk nog meer. Ook het Weihnachtsoratorium van Bach (de eerste vier cantates) herinner ik me en heel veel kleinere werken, veel religieus, maar ook wel wereldlijk. Soms zongen we in kerkdiensten. Ook wel eens in Apeldoorn of Sittard. En we maakten een langspeelplaat in de Prinsessekerk in Amsterdam. Ik heb hem nog steeds.
Op 21 september 1974 hadden we ons 40-jarig bestaan. Met een feestmenu in Wijk aan Zee in suite ‘Op het hoge duin’ én een bezoek aan de show van Toon Hermans.
Ik heb prachtige jaren gehad bij het AOK. Veel genoten en veel geleerd. Begin 1975 studeerde ik af en daarna ben ik uit Amsterdam verhuisd. Later heb ik in veel andere koren en cantorijen gezongen, maar nergens vond ik terug wat ik in het AOK voelde. De sfeer en de muzikaliteit waren uitzonderlijk. Ik denk dat Piet van Egmond daar een grote rol in speelde. Hoe hij de muziek beleefde, dat bracht hij aan ons over. Hoe hij de Matthäus-Passion interpreteerde: dat heb ik nergens meer gevonden. Jarenlang heb ik geen Matthäus-Passion willen beluisteren omdat de uitvoering voor mij niet aan de standaard voldeed die ik bij het AOK had opgebouwd.
Noks Nauta
Timorstraat 31
2612 EH Delft
(015) 212 5034